Home > Verhalen > Goede bodem als 'vangst van de dag'

Goede bodem als 'vangst van de dag'

Goede bodem als 'vangst van de dag'

Wie een boer met een verrekijker in de hand over de akkers van de buurman ziet turen, moet niet vreemd opkijken. Hij telt waarschijnlijk de vele vogels die op de groenbemester, oftewel het vanggewas, zijn afgekomen en vergelijkt dat met de aantrekkingskracht van zijn eigen perceel. De vogels zijn slechts één van de positieve resultaten van de pilot ‘vanggewassen’ van het Flevolands Agrarisch Collectief (FAC). En daarom geeft Wim Stegeman, coördinator bij deze club enthousiaste boeren en akkerbouwer, er met behulp van de provincie Flevoland een vervolg aan.

Haver, mosterd, klaver, bladrammenas… Tijdens de pilot vanggewassen (2015-2017) werden dit soort groenbemesters ingezaaid op zo’n 25 Flevolandse percelen. In augustus direct na de oogst, om daar vervolgens de hele winter over te blijven. Het was één van de maatregelen uit het onderdeel ‘vergroenen’ van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Het FAC koos er echter voor om de vanggewassen te laten overwinteren en dus veel langer op het land te houden dan de gestelde 10 weken. Waarom? ‘Om de biodiversiteit te versterken,’ zegt Wim Stegeman. ‘Welke soort er gezaaid werd maakte niet uit. Het ging ons om het verschil in biodiversiteit ten opzichte van een vergelijkbaar perceel in de buurt. We hebben gemonitord op vogels. Een vogel eet spinnen en insecten, dus als je vogels hebt is er ook voedsel.’

Van rietgors tot veldleeuwerik

Een veldleeuwerik heeft openheid nodig. Een geklepeld veld met bladrammenas biedt die openheid. Maar de rietgors houdt daar juist helemaal niet van. Dat is een zaadeter. ‘En dan heb je ook nog verschil tussen oliehoudend zaad of eiwithoudend zaad,’ legt Wim uit om vervolgens te concluderen: ‘Een mengsel van verschillende groenbemesters is het beste.’ Wederom niet alleen voor de vogels, zegt Wim. ‘Iedere plant voedt ander bodemleven. Het gaat uiteindelijk om een weerbaarder systeem.

Stikstof en nutriënten als bijvangst

Groenbemesters trekken niet alleen veel leven aan, maar ‘vangen’ als het ware stikstof en nutriënten. ‘Voor veel boeren is dit momenteel bijvangst,’ zegt Wim. ‘Het aantal vogels zegt iets over het systeem, maar de groenbemesters moeten ook het bodemleven stimuleren. Het doel is een goede structuur van de bodem. Het geeft een lange periode van herstel, voorkomt erosie en zorgt voor voedsel voor het bodemleven.’ Het motto van Wim is dan ook niet voor niets: ‘Er is geen slechtere grond dan kale grond.’ Dit motto geldt ook voor zijn eigen bedrijf, waar hij al 9 jaar niet geploegd heeft. ‘Ik wil zo lang mogelijk mijn bodem bedekt houden. Een groenbemester is dan noodzaak, maar het groeigewas is uiteraard leidend.’

Zelf ervaren

In de pilot konden boeren het effect van groenbemesters zelf ervaren. ‘Er zijn excursies geweest,’ zegt Wim. ‘En in het tweede jaar van de pilot hebben we ook het effect ín de bodem bekeken. We hebben echt de schop in de grond gezet.’ Veel van de deelnemers zijn er na de pilot zelf mee door gegaan. ‘We zetten het liefst kleine stapjes die blijven,’ zegt Wim. ‘Echt vernieuwend zijn en een grote groep meekrijgen is lastig. We zoeken naar balans tussen het doel – en dat mag best hoog zijn – en de inpasbaarheid.’

Het vervolg: kennis als doel

Ook in het beoogde vervolg van de pilot vanggewassen is het doel: de bodem zo lang mogelijk bedekt laten. Dat kan met groenbemester (daar eten de beestjes van), een gewas (daar eet de boer van) of gewasresten. Eventueel in combinatie met ploegen of spitten. ‘We willen de boeren die er al mee bezig zijn ondersteunen met kennis,’ zegt Wim. ‘Zes boeren moeten samen een soort koplopersgroep gaan vormen. Zij kunnen fungeren als voorbeeldbedrijven voor de groep die ook wel wil.’ De eerste pilot werd gefinancierd door het ministerie van EZ en de provincie Flevoland. ‘Destijds was er een beheersvergoeding, maar nu is de insteek echt kennis. De kennis wordt door het FAC ingehuurd bij experts en gratis aangeboden aan de deelnemers,’ geeft Wim tot slot aan.

 

Foto: Fotobureau Tiernego
Dit verhaal is verschenen op de website van Landbouw Meerdere Smaken en in het blad Boer & Zo

Wil je meer weten?
Neem direct contact op
© 2024 Danieke van Baal